Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Saulus had mede een [1]welbehagen aan zijn [2]dood. En er werd te dien dage een grote vervolging tegen de Gemeente, die te Jeruzalem was; en zij werden allen [3]verstrooid door de landen van Judea en Samaria, [4]behalve de apostelen. 1. Namelijk uit onwetenheid en een verkeerden ijver, menende daarmede Gode dienst te doen; Joh.16:2; 1 Tim.1:13. 2. Of, ombrengen. 3. Dit wordt voornamelijk verstaan van de leraars, die te Jeruzalem benevens de apostelen waren, gelijk zulks afgenomen kan worden uit het einde van vs.1, en vs.4,5. 4. Namelijk als die bijzonderen last ontvangen hadden om te Jeruzalem te blijven; hfdst.1 vs.4,8, totdat de leer des Evangelies daar genoegzaam bevestigd en verbreid zou zijn; Jes.2:3.